Pagina:Heemskerck op Nova Zembla.djvu/69

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
62
HEEMSKERCK OP NOVA ZEMBLA
 

makkers de laatste eer te bewijzen.

Ook hij heeft geworsteld in honderden gevaren. Ook hij heeft, evenals wij, gehoopt, om nog eenmaal het Vaderland weer te zien. Maar,—het heeft zoo niet mogen zijn. Hij is de eerste, die bezweek, en de Hemel geve, dat hij ook de éénige wezen zal. Doch wat hèm trof, dat lot kon ook òns overkomen. Veel echter zal van eigen moed en eendrachtige samenwerking afhangen. Laat ons dan hier, bij het lijk van onzen makker, de belofte afleggen, elkaar te helpen en te steunen, zooveel als doenlijk is. Dan alleen hebben wij recht te vertrouwen op den Almachtige, dàn alleen mogen we hopen, dat Hij ons hulp en uitkomst geven zal. Amen!"

„Amen!" ging het murmelend rond onder de diepgetroffen toehoorders, en ondanks de felle kou, ontblootten allen, op het voorbeeld van Heemskerck, even het hoofd.

Beurtelings wierp nu elk een spade met lekzand in het graf en hiermee was de eenvoudige plechtigheid afgeloopen.

Zwijgend keerde men naar boord terug. Ieder was ernstig gestemd en dacht met sombere vrees aan de naaste toekomst. Maar ook allen waren ze overtuigd, dat broederlijke samenwerking en mannenmoed nog veel ten goede leiden kon.

Maar och, wat was er ook nog ontzettend veel te doen! De lading was nog lang niet van boord gebracht, sleden vol brandhout moesten nog gehaald worden en wat het àllernoodigste was, het huis! Daar dienden zij nu in de eerste plaats toch wel voortgang mee te maken.

Gelukkig, dat vroeger de noodige gaten al in den grond waren gehakt, want hadden zij daarmee nú nog moeten beginnen, het zou bepaald ónmogelijk geweest zijn.

Den volgenden dag werden de balken opgericht en