Pagina:Heemskerck op Nova Zembla.djvu/98

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
INGESNEEUWD
83
 

del, om de manschappen gezond te houden, ondanks het maandenlange verblijf in een bedompte hut.

Een Russisch bad?.... O, zeker, dat wrijven en schuren van de blote huid was zonder twijfel verkwikkend voor menschen die vermoeid waren.

Maar de mannen hier wèrden immers niet vermoeid. .... Nu de lading binnen was, wat hadden ze nu nog te doen? .... Nu ja, een beetje houthakken van tijd tot tijd. Maar dat kwam toch niet zoo op het lichaam aan! .... Neen, een Russisch bad dat zou hier niet veel baten!

Zoo peinsde Hans Vos dóór, terwijl Hillebrantsz intusschen meer en meer begon te snorken.

Maar opééns kreeg de meester een gelukkig denkbeeld! Een siddering van blijdschap doortrilde zijn geheele lichaam!

„Hei! Hillebrantsz! Hillebrantsz!" riep hij verheugd, terwijl hij zijn slaapkameraad van pure opgewondenheid een stevige bof in de ribben gaf.

„Hè?—W-wat?—Is er brand?" vroeg de man, terwijl hij doodelijk verschrikt uit zijn slaap opsprong.

„O Hillebrantsz, mjjn goeie, beste Hillebrantsz, ik heb het gevonden. Ik heb het gevonden!"

Hillebrantsz begreep er niemendal van.

„Gevonden? Wàt heb je gevonden? Was er dan wat weg? En ben je dan het bed uit geweest?"

„Och nee, het middel heb ik gevonden; je weet wel, waar ik straks zoo over te denken lag!"

„En moest je me dáárvoor wakker maken?" snauwde Hillebrantsz nijdig. „Nou, je bent uit hoor, met zóó'n slaapkameraad! Maar ik geef er den brui van! Mòrgen vraag ik aan den schipper, of ik een ander bij me hebben mag!"

„En ik ook! Zoodra we opstaan, zal ik verzoeken, om van zoo'n ondankbaren slaapkameraad verlost te worden!"...

6 *