149
vol met Hottonia vonden. Een sloot was er recht, wel 2 K.M. lang, daar stonden ze in een onafzienbare rij; vlak vóór ons blonken de lichtkransen afzonderlijk, maar verderop smolt alles ineen tot een rozerood, blozend bloemenkleed. Rechts en links evenzoo.
Wilt ge in Mei een mooi aquarium met bloemen hebben, verzamel dan in de eerste dagen van de maand waterviolieren, die nog in knop staan. Trek ze voorzichtig uit de sloot, de plant is erg bros, wortels behoeft ge niet te hebben, als ge maar zorgt de fijnverdeelde vindeelige bladeren die onder water uitgespreid liggen, en uit wier midden de bloeistengel opstijgt, ongeschonden mede te nemen. Gij ziet, dat de groeiwijze van Hottonia wel op die van het Blaasjeskruid gelijkt.
Langstijlige bloem
van Hottonia
palustris.
In het aquarium komen in korten tijd witte wortels uit het rozet en dringen in den bodem, de bloeistengel ontwikkelt zich verder en krans op krans van bloemen ontplooien zich.
Deze bloemen zijn evenals die van Polygonum "dimorph", bij bloemen van de eene plant steekt de stijl met zijn kleinen bollen stempel ver buiten de kroonbuis uit; bij de andere de vijf meeldraden. De honig wordt afgezonderd door het rond vruchtbeginsel.
De meeste slootbloemen zijn wit. Ge denkt hierbij onmiddellijk aan de witte plompen, waarvan ge al zooveel gehoord hebt en die de dichters als "waterleliën" zoo vaak op 't water laten droomen.
De plompen zijn de grootste bloemen van Nederland, de witte tenminste, die worden wel 12 cM. in doorsnede. Dit