78
gelegenheid hebt, een uitgebreid werk over dierkunde in te zien, dan kunt ge ze onder een dezer rubrieken beschreven vinden en er nog meer bizonders van gewaar worden.
Alleen moet ik nog zeggen, dat onze hydra, behalve de voortplanting door vertakking, nog een andere meer dierachtige manier van voortplanting heeft. In het najaar vormen zich eieren onder in dit holle lichaam, die zinken, vóór het diertje sterft, naar den slootbodem en zorgen dat er ook in den volgenden zomer nog hydra's zijn.
Een onbekommerd leventje heeft de polyp echter niet; verdelgen zonder kans te loopen, zelf verdelgd te worden, dat zou een uitzondering zijn op den regel; zoo iets is in 't leven van een slootbewoner nog maar zelden opgemerkt.
Zooals heel veel kleinere dieren heeft hij zijn parasiet, zijn belager, die hem aanvalt en hem bij levenden lijve verteert. Soms ziet men een hydra ongewone, heftige bewegingen maken; zijn armen strijken snel langs het lichaam en langs elkander, als was hij bezig zich te reinigen. En dit is werkelijk het geval, ten minste hij probeert het, maar het lukt hem zelden. Hij is aangevallen door een kleine mijt, die hem letterlijk den dood aan doet; dat beestje holt met zijn acht pootjes verbazend snel over het lichaam van den polyp heen, nu hier dan daar hem knauwend. Gelukt het den hydra niet, den mijt te spietsen, of ten minste af te strijken, dan is 't met hem gedaan.
Afstrijken helpt echter niet steeds afdoend, want de mijt beschrijft wel een boog in het water en bespringt zijn offer opnieuw. Is de hydra vermoeid, dan begint de parasiet hem de tentakels af te bijten.
Ook voor sommige visschen schijnt onze hydra een lekkerbeetje te zijn, zooals blijkt in de kleine aquariums van de Amsterdamsche diergaarde, zij snappen de hydra, met de daphnia er in, van het glas of van de waterplanten weg.