Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/135

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

113

dichte, eenigszins korrelige, witte stof, waaruit witte melkdruppels te voorschijn komen.

Winterknolletje van het pijlkruid (natuurlijke grootte).
Rechts: de bladertop, die in het spitse uiteinde
verborgen zit (tweemaal vergroot).

 

Nu onderzoeken we de punt, die bovenop de knol zit. Eerst krijgen we drie taaie, dikke omhulsels en vinden dan een steel, die eindigt in twee dikke tongetjes. Daartusschen zitten weer fijnere tongetjes, tot heel kleine toe. Wat beteekent dit alles nu? Wel, die knollen blijven de winter door, rustig in de bodem verborgen. In April echter beginnen

8