Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/142

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

120

bloemscherm van de scheerling gevonden heb, waar precies honderd bloempjes aan zaten. Die plant huldigde het tientallig stelsel: tien bloempjes waren telkens vereenigd tot een schermpje, en tien van die schermpjes stonden weer in een groot scherm bij elkander.

Het spijt me eigenlijk, dat ik dit scherm niet op spiritus bewaard heb; niet dat het een buitengewoon merkwaardig plantkundig verschijnsel was, maar zoo een botanisch honderdtal is op zijn minst toch wel aardiger om te zien en te bezitten, dan een misdruk van een Portugeesche postzegel, of een curiositeit van dergelijk kaliber.

Voor de kruisbestuiving zorgt de scheerling ongeveer op dezelfde manier als de zwanebloem. Wanneer de bloempjes opengaan, dan is er van de stampers nagenoeg nog niets te zien. De vijf witte meeldraden liggen eerst ineengebogen, maar een voor een strekken zij zich uit, en plakken hun wit stuifmeel aan de tallooze insecten, die op de witte bloemenwei komen grazen. Die brengen dan onbewust hun boodschap over naar een bloemscherm, dat reeds in een volgend tijdperk van ontwikkeling verkeert. Daar hebben de bloempjes hun meeldraden reeds verloren, zelfs de witte kroonblaadjes zijn ze kwijt, maar in iedere bloem steken twee gekromde. stijlen omhoog, als het ware reikhalzend, naar wat voor hen bestemd is.

Insecten schijnen ongevoelig te zijn voor scheerlinggif, Er is zelfs een mooi torretje, dat zijn geheele leven in en op de scheerling kan doorbrengen. Hij leeft ook wel in andere schermbloemen, die aan en in het water groeien, maar wij hebben hem in de laatste jaren bijzonder veel op scheerling gevonden. De boeren hebben dat ook opgemerkt en zij beweren, dat hij en zijn larven verlamming en vallende ziekte bij het vee veroorzaken. Natuurlijk is het diertje daar geheel onschuldig aan en komt alles op de rekening van de