Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/143

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

121

scheerling, waar dan het onvoorzichtig vee van gesnoept heeft. Intusschen is zoodoende het mooie torretje aan een leelijke naam gekomen, want Lixus paraplecticus—zoo heet hij—beteekent: zooveel als: verlammer. Ik herinner me weer levendig de eerste maal, dat wij ze zagen.

We hadden al lang uitgezien naar "Lixus paraplecticus" en jawel hoor, daar op een mooie Juni-middag vonden we ze in groot aantal bij paren op scheerlingbladeren.

Dat gaat met verscheiden kevers zoo. Jaren lang zoekt ge ernaar, zonder ze te vinden en dan komt opeens een dag dat ge ze bij dozijnen ontmoet.

Nu, wij troffen het op die Junidag bijzonder. We scharrelden zoowat langs de beide kanten van een breede dam, die zich lijnrecht een gezichtver uitstrekte door de wijde veenplas, als een groene brug, aan weerszijden voorzien van borstweringen van elzenstruiken, riet, biezen en lischdodden, getooid met honderd soorten van bonte bloemen. Nu eens staat een van ons stil bij een bosch lisschen, een ander zamelt zaden van waterklaver voor zijn kweekbak, de derde laat zich geleiden en misleiden door een half dozijn woest krijschende, zwarte sterntjes, die rakelings om zijn hoofd vliegen, in doodsangst voor hun nesten en eieren.

Een halfluid, gemaakt kalm: "heidaar jongens," van onze speurhond kondigt aan, dat er iets bijzonders te zien is. In een oogenblik zijn wij bij hem, waar hij, zegevierend glimlachend, ons een bosch scheerling wijst met een bijna uitdagend: Hè! wat zijn dat? "Lixus paraplecticus" roepen we als uit één mond, als we de gele torretjes zien; zelfs onze entomoloog, die al duizenden kevers in zijn verzameling heeft, raakt opgetogen; hij zet een gezicht als een fijnproever, wie een extra bijzonder glaasje gepresenteerd wordt, en mompelt met een paar onnabootsbare, tevreden keelgeluidjes: "Een goed nummer en een goede datum ook; meepakken, ahêm."