Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/215

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

193

met eigen stuifmeel belegd, dan zijn de zaden, zoo ze al ontwikkelen, (Darwin heeft dit door honderden proeven aangetoond) in 't algemeen minder zwaar en krachtig, dan wanneer op de stempel stuifmeel uit een andere bloem van dezelfde soort wordt overgebracht door de wind, door insecten of hoe dan ook.

Nu is het stuifmeel uit de bloemknoppen van onze drosera-bloemen te kleverig en te vast om door de wind overgebracht te worden; er is ook heel weinig van dat poeder in een bloem aanwezig, zoodat de kans niet te groot is, dat de wind, die waait waarheen hij wil, het juist op een drosera-bloem zal bezorgen.

Insecten moeten ook hier bestellers zijn, en dat baantje bekleeden ze graag, want onder aan elk wit bloemblaadje is een klein, geelgroen plekje, waar het loon voor de bestellers, een droppeltje suikerzoete honing, gereed ligt; zoo iets is voor vliegen en vlindertjes een heele lekkernij.

Nu zult ge zeggen dat het een laaghartige plant is, die zonnedauw. Vliegen lokt hij met zijn mooie bloemen, om ze verraderlijk te dooden en op te eten; en te gelijk gebruikt hij de insecten, om zijn voortbestaan te verzekeren. 't Is niet mooi, niet nobel dat is zoo; maar dat is in de natuur niet anders. Wat planten en dieren doen, dat doen ze voor zich zelf om te blijven leven, en hun soort voort te planten. Dat is immers ook juist het verschil tusschen planten of dieren en.... menschen, dat de dieren zich alleen door hun eigen belang, hun lusten, hetzij honger of dorst, door alles, wat hun bestaan of hun voortbestaan betreft, laten leiden of geleid worden,—terwijl de menschen ook andere, edeler beweegredenen voor hun daden hebben, dat zij nadenken, dat zij hun lusten, zelfs hun hevigste, weten te bedwingen, om andere menschen niet te schaden: daardoor zijn we menschen, anders waren we dieren. En zoo sterk is dit, dat

13