Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/222

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

200

Ook mijn bosch-oxalis, die ik in de zomervacantie uit Drente had meegebracht, toonde mij nog een paar geheime bloemen; die beide planten kweekte ik hoofdzakelijk om die zonderlinge bloemen te kunnen bestudeeren.

Andere inlandsche planten met geheime bloemen, dicht bij de aarde, waren er niet in mijn tuin, dacht ik.

Geheime bloemen en winterknoppen
van Zonnedauw.

 

Vlak naast de Oxalis had ik de drosera gezet om de winterknoppen na te gaan; ik haalde een kluwentje drosera, diep uit het mos, legde het op de hand en daar vielen er fijne zwarte korreltjes uit; net snuif. Die had ik in deze zomer te vaak onderzocht, om niet te weten wat het was: zaad. Zaad van drosera, iets anders kon het niet zijn. Waar kwam dat van daan? Had ik zooeven niet naar mijn geheim-bloeiers gekeken, dan zou ik misschien niet op de gedachte