Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/253

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

227

en stapte in de droge. Op het zelfde oogenblik werd hij zichtbaar voor allen.

Toen zag men in, dat het wonder in de klompen zat; elk op zijn beurt stapte er in, en werd zoo onzichtbaar als de lucht; maar hij zelf kon allerlei wonderlijke dingen zien; het jongste kind zag ver van huis in het moeras een pot met goudgeld in de grond zitten.

Nu begreep de boer, waarom hij een paar laarzen voor zijn klompen had kunnen krijgen: zij waren schatvinders geworden.

Straks zou men het geld opgraven. Jammer dat de klompen zoo nat waren; de vrouw zou ze voorzichtig wat drogen bij het haardvuur, waarop de pappot pruttelde; nieuw klompstroo werd opgezocht en het natte stroo uit de wonderklompen op het vuur geworpen; het vuur flikkerde zonderling op met groene en roode vlammen; allerlei wonderlijke geluiden, gefluit en ook spottend gelach klonk uit de schoorsteen en de klompen waren in een oogenblik droog.

De man stapte er weer eens in, om het goud nog eens te zien, maar helaas...., hij bleef zelf zoo zichtbaar als iets, en van de schat heeft hij nooit een goudstuk in handen gekregen, die was weer onzichtbaar geworden.

 

Ook bestond er wel een middel, om opzettelijk varenzaad machtig te worden; maar daar was heel wat toe noodig.

Ten eerste een mes, waarmee op Paaschdag brood was gesneden, door een braaf mensch. Met zoo'n mes moest een moedige man lang voor het aanbreken van de St. Jans-nacht een wijde kring trekken op de aarde rondom een hooge varenplant, waarvan geen enkel blaadje was geschonden. Daarna moest hij zich tot op het hemd uitkleeden en binnen de kring op de knieën gaan liggen, het gelaat ter aarde gebogen, en de oogen gesloten.