Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/260

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

234

plek, waar de voorkiem op het mos ligt, een echte varenplant te voorschijn komt; die blijft nog een tijdje aan het groene lapje verbonden, maar maakt zich al gauw letterlijk onafhankelijk en de voorkiem verdwijnt spoorloos.

Dat is het, wat de geleerden niet begrijpen konden; ze tuurden zich blind, gisten en misten er op los, dat het een aard had. Tot eerst in 1847, dus nog geen vijftig jaar geleden, die Suminski, waarvan ik u zooeven sprak, het geheim van de varens ontdekte.

Hij bespeurde op een goede dag, nadat hij al een heele poos in zijn kamer de bovenkant van de voorkiem had bekeken, dat tusschen de ragfijne wortelharen van sommige van die platte schijfjes, uiterst kleine knopjes zaten. Hij vergrootte zooveel hij kon en bemerkte nu dat ze tweeërlei waren; heel kleine, ronde knopjes, net koppen op een hals zonder lichaam en een eindje daar vandaan bij de rand van het blaadje andere, die meer op korthalzige flesschen leken. Hij zag juist een rond knopje als een bom openspringen en een menigte voorwerpen uitschieten. Suminski deelde zijn ontdekking aan anderen mede, men toog aan het werk om het nieuwe raadsel op te lossen; en nu men één keer zoover was, werd de oplossing gauw gevonden.

Antheridiën en spermatozoïden
van een varen.
 

Een spermatozoïde op het punt
in een archegonium binnen
te dringen.