Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/282

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

256

dan wil ik wel eens probeeren, jullie die geschiedenis uit te leggen, want dat scheelt zoo veel niet. Maar ik ben geen onderwijzer; als ik te vervelend of te onbegrijpelijk ben, dan zeg jullie het gerust, dan kom ik er meteen af. Ik ben een fabrieks-opzichter, die zijn vrije middag voor zijn gezondheid en zijn uitspanning graag buiten doorbrengt; om de bitterlucht en de sigarendamp van het koffiehuis geef ik niet veel meer, nu ik in de natuur een beetje thuis begin te geraken; want is het geen weer om naar buiten te gaan, dan heb ik thuis alleen of met kennissen altijd een prettige studie. O ja, ik zou jullie vertellen, hoe de polytrichum aan zijn slaapmuts komt; maar hoe moet ik dat doen? Want die muts is eigenlijk zoowat het eind van die ingewikkelde historie. Och, zeg, jij moest het ze maar ereis effentjes uitleggen!"

Neen, 't is jou toevertrouwd; ik wou ook graag eens een oogenblikje, vóór het donker is, naar die vogels zien. Begin maar bij het begin. De jongens zullen wel om uitlegging vragen, als het noodig is.

Hm, hm, dan moet het maar; makkelijk gezegd: begin maar bij het begin, alsof het begin niet meteen weer het eind was. Weet je wat jongens, ik zal uitpakken. Alsjeblieft! Dat zijn polytrichum-stammetjes met antheridiën. Zie je die kleine roodachtige blaadjes in een kring, net kleine bloempjes op een witte bodem? Dat zijn de antheridiën niet; die zitten daartusschen; het lijken, sterk vergroot, bij deze soort van mos, wel pyramiden met veel zijvlakken of kegels.

Die dingen zijn zooveel als meeldraden bij de andere planten, die duidelijke bloemen hebben. Maar stuifmeel zit er niet in die antheridiën; als ze rijp zijn, springen er een menigte bolletjes uit; en uit die bolletjes komen de spermatozoïden.