Pagina:Heimans&Thijsse1896DoorHetRietland1stEdition.djvu/52

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

34

een heele — dat blijkt ook hier, waar het sabelblad van de bundel juist aan ons eerste blad aansluit. In die koker passen precies de overige bladen van de bundel, die telkens weer twee aan twee kokers vormen tot bescherming van wat daartusschen ligt.

Doorsnede van een bundel van zeven lischbladeren — (in de
beide binnenste zijn nog geen luchtholten ontstaan.)

 

Eendracht maakt hier macht: het onderste gedeelte van de bundel is als het ware een stevige stok; naar het midden toe verandert die in een harde plank, en alleen de bovenpunten der bladeren zijn wat minder onbeweeglijk.

Uit het midden van een bos bladeren verrijzen een of meer bloeistengels. Die zijn rond en hard en stevig. Zij gaan niet recht omhoog, maar van afstand tot afstand lijken