Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/112

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

102

oranjerood—dat zijn kwade rakkers—veel onstuimiger dan de aardhommels. Ik had er eens een gevangen, zooals men hommels vangt, door een glazen buisje—een reageerbuisje—boven hem te houden. Dan vliegt hij er in omhoog en men sluit het buisje met een kurk. Ik had mijn vangst mee naar huis genomen en daar het laat was, tot den volgenden dag laten liggen, om dan het dier te onderzoeken. Maar van dat onderzoek is niet veel gekomen, want onze roode vriend had zich door de kurk—een taaie rijstebrijberg van 2½ cM. dikte,—heengevreten en deed zich waarschijnlijk weer te goed in 't een of ander distel- of doovenetel-luilekkerland. Dan zijn er nog andere, in 't geheel een tiental soorten; gij kunt ze alle vangen en onderscheiden, maar pak ze niet met de handen beet. Sommige menschen zeggen wel, dat hommels geen angel hebben, maar dan meenen ze met "hommels" de mannetjes van de honigbijen, die eigenlijk darren heeten. Die hebben geen angel, maar ze vliegen niet veelvuldig rond.

Er bestaan natuurlijk ook darren van hommels, want de hommels zijn eigenlijk een soort van honigbijen; en hun leefwijze stemt in zeer vele opzichten met de bekende bijeninrichting overeen, waarop we in een ander boekje nog wel eens zullen terugkomen. Alleen zijn hun staten of liever dorpen, veel minder volkrijk, waardoor ze dan ook niet de twijfelachtige eer genieten van door den mensch tot den rang van huisdieren bevorderd te zijn. Die darren van hommels steken ook niet—de kunst is nu nog, ze van de koninginnen en werksters te onderscheiden; maar dat zullen we wel leeren.

Ik vang mijn hommels, wilde bijen en wespen altijd met een glazen buisje en die manier bevalt me uitstekend. Je kunt ze natuurlijk ook wel met een net vangen—net als vlinders—en ik geloof graag, dat dit zelfs heel wat