Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/132

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

122

echte hommels, in wier nesten ze zich weten in te dringen. De meest voorkomende zijn die, welke lijken op de steenhommel, de aardhommel en de tuinhommel.


Rechter-achterpoot van wijfje van een koekoekshommel,
Psithyrus vestalis (buitenzijde x 6).

 

De eerste heeft net als zijn hospes een zwart borststuk en het uiteinde van het achterlijf helderrood. Maar het voorste gedeelte van 't achterlijf is bijna onbehaard en glimt in de zonneschijn, terwijl daarentegen op de achterpooten alle glans ontbreekt. Die zijn wel dik en breed en forsch, maar missen geheel en al de inrichtingen voor 't vervoer van stuifmeel: geen uitsteeksel aan de metatarsus, geen scheenkam, geen scheenspiegel en geen lange bindharen! Niets van dat alles!

Verder is deze rots-koekoekshommel (Psithyrus rupestris)