Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/155

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

143

te aanschouwen. Nu, ik zou er wel een heele nacht om wakker willen blijven!

Op 15 Juli nam de professor de trompetter gevangen, niet omdat 't dier te luidruchtig werd, maar hij wilde zien, wat er nu in 't nest gebeuren zou.

De volgende morgen bleef het tot vier uur volkomen stil in 't nest. Toen kwamen eenige hommels te voorschijn en die merkten zeker, dat de heele familie zich verslapen had en dat er geen wekkertje was. En om acht minuten over vier klauterde weer een kleine koningin naar boven, vond na lang zoeken 't zelfde plekje, waar de vorige trompetter altijd gestaan had en begon daar te zingen, precies op dezelfde manier.

De professor vertelt verder, dat hij van meening is, dat alleen sterk bevolkte nesten er zoo'n trompettersambt op na houden en dat een zijner leerlingen dezelfde waarneming heeft gedaan bij de steenhommel (Bombus lapidarius).

En daarom zoek ik nu met verdubbelde ijver naar nesten van die kurkebijters. Vind ik er een, dicht bij huis, dan zet ik mijn wekkertje op half drie, om er bijtijds bij te zijn en om de trompetter eens te hooren in de vrije natuur. 't Is me nog niet mogen gelukken. In 't Willemspark bij Amsterdam had ik 't vorig jaar een groot nest van de aardhommel (Bombus terrestris) ontdekt en daaruit kwam op 22 Juni 1897 de eerste werkster drie minuten over vieren te voorschijn, maar die vloog meteen weg. Andere volgden en om half vijf was de heele bevolking in de weer—zonder gewekt te zijn. In een nest van Bombus pratorum aan de Terborgerweg, was op 24 Juli 1896 de bevolking om vijf uur al druk bezig.

En op 22 Juni 1900 is de trompetter in ons land waargenomen door C.H. Veen.

Ook moet ge er eens op letten, of 't vaak gebeurt