154
kan niet dan noode van zijne afleggertjes scheiden. Nu ook blijft het achterdeel van de pop in de oude larvenhuid verscholen, alleen het voorgedeelte is zichtbaar. Bij de minste aanraking vliegt dat stuk kop loodrecht overeind, zoo plotseling, dat een vogel, die met vraatzuchtige bedoelingen den distel bezoekt, doodelijk verschrikt maakt, dat hij wegkomt.
Na tien dagen komt uit de pop het volwassen insect te voorschijn. Het is de groene schildkever, een plat torretje, geheel groen, behalve dat zich een bruine vlek midden op den rug bevindt. Wanneer het op een distelblad zit, is het bijna niet te onderscheiden, men zou het voor een blaasvormige opzwelling van de bladhuid kunnen houden. De kop is van de rugzijde af bijna niet te zien, hij zit onder het borststuk verborgen. Keeren we het diertje om, dan zien we, dat het lichaam zwart is, en veel smaller dan we eerst zouden vermoeden, doordat de groene schilden voorzien zijn van een breede zoom. Meteen kunnen we dan opmerken, dat het diertje zich dood houdt, evenals de bekende Onze-lievenheers-beestjes meestal doen. Eerst na eenigen tijd komt er beweging in kop en pooten, en het dier probeert weer overeind te komen; zonder eenige kans van slagen echter.
Gij hebt wel eens gelezen, dat de schildpadjagers hun buit eenvoudig op de rug in 't zand leggen en dan hun jacht voortzetten, daar ze er zeker van kunnen zijn, na uren het gevangen hulpelooze logge dier nog op dezelfde plaats terug te vinden, Zoo is het ook met onze miniatuurschildpad: hij kan zich onmogelijk omkeeren. Een