Pagina:Heimans&Thijsse1907VanVlindersBloemenEnVogels 3rdedition.djvu/64

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

58

geboren werden, dat wil zeggen, ontpopt zijn, hebben tot taak, te zorgen, dat er ook in den volgenden zomer vlinders zullen zijn. Het wijfje dat b.v. in October uit haar pophulsel breekt, legt haar eieren niet af, al staan de brandnetels nog frisch. 't Is alsof ze weet, dat de plant niet meer zoo lang zal leven, dat de rupsen, die uit haar eieren komen, gevoed kunnen worden, tot ze volwassen zijn. Ze leeft twintig maal zoo lang als de meeste van haar neefjes en nichtjes, ze overleeft den strengen winter; ze overwintert bij ons, net als de vleermuizen.

Zoodra het koud begint te worden, zoekt ze een beschut plaatsje op; in een hollen boom of ín de spleet van een schutting. Daar zit ze met dichtgevouwen vleugels, star en stijf, als dood. Komt nu een lentedag ons al in Februari iets vertellen van de heerlijkheid, die ons wacht, dan komt er ook leven in 't starre lichaam; dan slaat ze de vleugels uit en kijkt eens rond, of er al kans is, haar levenstaak te volbrengen, of er al hier of daar in een verwaarloosden tuin of bij een schutting, die tegen de Noorderwind beschermt, een brandnetel in jeugdigen moed uit de pas ontdooide aarde komt kijken. Dan wordt onze vlinder tot een blijde heraut van de lente, die de menschen toeroept: "Wanhoopt niet! Al duurt de winter nog zoo lang, al nijpt hij nog zoo fel, het moet toch zomer worden!"

Maar, durft geen enkele brandnetel het nog wagen, dan keert het vlinderwijfje teleurgesteld naar haar schuilhoek terug en verstijft opnieuw, totdat het werkelijk lente wordt.

Een profeet van een vroeg voorjaar is de vlinder dus niet. Uit zijn vroeg verschijnen kan men niet opmaken, dat het mooi zacht weer zal blijven, maar alleen, dat het mooi en zacht weer is; en daar is nu juist geen profeet voor noodig. Vaak ook overwintert de rups of de pop.

Terwijl onze vlinder zijn afgebroken winterslaapje hervat,