Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/106

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

100

daarin is alles saamgekropen wat worm of slak heet; de tafel is weer gedekt voor den zwarten zanger.

Galappeltjes op eikeblad, een doorgesneden appeltje met de larve;
en het wespje (vergroot).

 

Nu eerst bemerkt hij ons. Hij kijkt op, kopje schuins rechts laat zijn uitdagend getjing hooren, wipt met zijn staart omhoog, spreidt hem uit als een kalkoen en blaast zijn veeren op; dan, met een "'t zijn maar gewone wandelmenschen" vouwt hij alles netjes weer samen tot zijn gewone slanke lijsterfiguurtje en gaat haastig aan den maaltijd.