Pagina:HeimansEli1906MetKijkerEnBus.djvu/33

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

27

een anderen geur heeft dan de teenen. Mogelijk is 't echter dat een hond van twee voetstappen, die een seconde na elkaar gezet zijn, kan weten welke het laatst is geprent.

Maar het experiment leert alweer, dat dit niet zoo is. Loopt de proefnemer achteruit, en komt de hond midden op den weg op 't spoor, dan is het dier meestal een poos in de war, loopt verkeerd; maar 't komt in den regel spoedig tot inzicht en vindt zijn meester.

Bij 't volgen van 't spoor van jachtdieren nemen goede honden maar heel zelden het verkeerde spoor op; wel maken zij soms groote kringen. Hier moet wel aangenomen worden dat de hondenneus in staat is, het verschil in verschheid van de hazepootindrukjes te onderscheiden, al zijn die één seconde na elkaar gezet; in dien korten tijd toch, was de haas of de vos al verder dan de plek, die de hond rondloopt om de sporen te vergelijken.

Blijkt dit door nadere proefnemingen geen aannemelijke verklaring, dan blijft ons niets anders te doen over, dan voorloopig maar weer het zoölogisch excuus te maken en van instinct te praten.