Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/120

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

120

boomen naar de weide, waar de wilgen staan, of volgen de slingerende boschpaden, waar donzige witte vlinders, geruischloos als de vleermuis zelf, zijn zigzagvlucht bepalen; dan tuimelt hij weer langs den weg naar de boerderijen; waar een aanhoudend gebrom is van mestkevers, die in stramme vlucht bij tientallen op manshoogte achter elkaar komen aanvliegen, of ze ergens in de verte een plaats van samenkomst hadden afgesproken.


De oor-vleermuis.