Naar inhoud springen

Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/233

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

233

valt, een stad met huizen en toren, met daken en topgevels, zoo mooi van lijn, zoo heerlijk grijsblauw van tint, besprenkeld met het avondzonnelicht, dat het een verrukking werd, van het eene punt op het andere te staren. Je vergeet, dat 't alleen maar zoo klein lijkt. Je zou op staande voet willen gaan schilderen of ten minste teekenen of nog liever de heele boel meepakken om in 't Rijksmuseum te zetten.

Stadsgezicht te Montjoie.

Het pad daalt zigzagslingerend stijl omlaag, overal op de