Deze pagina is proefgelezen
Twee lampen schijnen,
de spiegel schemerblauwt, er schrijnen
lichten in meubels rondom,
alle dingen zijn stom.
de spiegel schemerblauwt, er schrijnen
lichten in meubels rondom,
alle dingen zijn stom.
Ik hoor adem uit een vrouw
komen, ik wou
ik wou — ik zit zwaar en stil,
't is niets wat ik wil.
komen, ik wou
ik wou — ik zit zwaar en stil,
't is niets wat ik wil.
Hoor de klok rikketikken,
hij telt de oogenblikken.
hij telt de oogenblikken.