Naar inhoud springen

Pagina:Hertogenbosch en derzelver inwoners bij het begin der negentiende eeuw.djvu/51

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen
(43)

moest den Meiërijenaar zo ver kunnen brengen, dat hij, iets horende verhalen, het zij van een' Proteſtant of van enen zijner Geloofsgenoten, naauwkeurig, onbevooröordeeld onderzocht: of hij, die iets verhaalt, de waarheid weet, of hij dezelve kan of wil vertellen – of het verhaalde op eigene ondervinding, of enkel op horen zeggen, ſteunt – of hij alles naauwkeurig genoeg zelf beproefd heeft. Doch – hoe is het mooglijk, om hen zo ver te brengen? – Men moest daartoe ware beſchaving, ware verlichting invoeren, en hiertoe is de ware zuivere Godsdienst onzes Verlosſers het best berekend, hij kan alleen het Ongeloof, het Bijgeloof en Ligtgelovigheid vernietigen; maar zo lang Ligtgelovigheid, Bij- en Ongeloof middelen zijn en blijven, om tijdelijke voordelen voor den Priester te bejagen; om over de Conſciëntieën der menigte te heerſchen; om 'er eigene grootheid op te bouwen; om door valſche wonderen voor Heiligen gehouden te worden; zo lang zal de zuivere Godsdienst van Jesus daar verächt worden, zo lang zal beſchaving en verlichting aldaar geweerd worden. – ô Mijn ongelukkig Vaderland! waar het Bijgeloof, Ongeloof en Ligtgelo-