Pagina:Het leven der bloem (1900).djvu/125

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
113
PLANTEN DOOR INSEKTEN.


dat de stempels der oudere bloemen bestoven moeten worden met het stuifmeel uit jongere. Welnu, wanneer nu een groot aantal van zulke bloemen vereenigd zijn, en zij natuurlijk niet allen gelijktijdig bloeien, zoo volgt uit het medegedeelde met waarschijnlijkheid: 1° dat de meeldraden der het eerst ontluikende bloemen hun stuifmeel verliezen op een tijd dat er nog in 't geheel geen stempels zijn om te bestuiven, en 2° dat de stampers der laatste bloemen vergeefs op stuifmeel zullen wachten, en dat zij wegens 't gebrek aan stuifmeel dus niet bestoven en bevrucht kunnen worden. De meeldraden der eerste bloemen, en de stampers der laatste bloemen, zijn dus nuttelooze, overtollige organen. Ten gevolge daarvan hebben zij alle kans om in den loop der eeuwen, in de reeks van op elkander volgende geslachten, verloren te gaan. En werkelijk vinden wij dit vermoeden, zoo wij het slechts aan de meest gewone planten met bloemgroepen toetsen, vrij algemeen bevestigd. Eénslachtige bloemen, hetzij alleen met meeldraden in 't eind van den bloeitijd der bloemgroep, hetzij alleen met stampers in 't begin van dat tijdperk, behooren volstrekt niet tot de zeldzaamheden. Dat echter beide middelen van bezuiniging in dezelfde bloemgroep aangebracht zouden zijn, komt tegen verwachting hoogst zeldzaam voor.

De beide voorbeelden, door welke ik het gezegde nu ga ophelderen, zijn twee groote familiën van algemeen bekende en gemakkelijk te herkennen planten. De eene draagt den naam van Schermbloemigen; vele harer soorten hebben tweeslachtige en mannelijke bloemen; de andere is die der Saâmgesteldbloemigen; een harer grootste afdeelingen bezit tweeslachtige en vrouwelijke bloemen in elk bloemhoofdje.

Verreweg de meeste schermbloemige planten herkent men aan het bezit van een samengesteld scherm, dat is, gelijk wij gezien hebben, aan vereenigingen van kleine bloemschermpjes tot grootere schermen. De talrijke kleine bloempjes dezer schermen zijn meest wit van kleur, bij enkele soorten geelachtig, bij andere weer in 't roode spelende. Bij alle schermbloemige planten hebben de bloemen in hoofdzaak denzelfden bouw. Zij bestaan uit een sterk aangezwollen bloembodem,