Pagina:Het leven der bloem (1900).djvu/47

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
35
DE MEELDRADEN EN HET STUIFMEEL.


veel voorkomt als zelfbestuiving, kan men gemakkelijk nagaan, zoo men weet, dat langstijlige en kortstijlige planten zonder regel door elkander groeien, en dat bijen en hommels achter elkander een groot aantal dezer bloemen bezoeken, en zoo het stuifmeel uit de eenen op de stempels der anderen brengen. Hierdoor moet kruising op alle denkbare wijzen, en dus ook op de zooeven geschetste meest voordeelige wijze plaats vinden.

Maar hoe kan men weten, dat juist die kruising voordeeliger is, dan elke andere vorm van bestuiving? Het antwoord luidt hier, gelijk in zoovele andere gevallen: door rechtstreeksche proeven. Voor dat ik deze nader beschrijf, wil ik eerst een waarneming in herinnering brengen, die velen mijner lezers zelf wel reeds gemaakt, doch wellicht nog niet met de hier behandelde feiten in verband gebracht zullen hebben. Onze Primula sinensis bloeit uiterst rijkelijk, maar zet in onze kamers gewoonlijk geen vrucht aan, of, zooals men meestal zegt, men wint er geen zaden van. Vooral geldt dit van den kortstijligen vorm. Bloemenbezoekende insekten worden in onze kamers niet toegelaten; het stuifmeel is te kleverig om van zelf op den stempel te kunnen vallen, en ook bij het afvallen der verdorrende bloemkroon komt de lager geplaatste stempel niet met het stuifmeel in aanraking. Kans op bevruchting bestaat er dus in dit geval niet. Iets gunstiger is de kans voor den langstijligen vorm. Want zoo hier de verwelkte bloemkroon afvalt, vóór dat stempel en stuifmeel te oud zijn geworden om nog een krachtige werking te kunnen uitoefenen, strijken bij dit afvallen de meeldraden langs den stempel, en wordt deze daardoor met het poeder in aanraking gebracht. Daar echter zeer dikwijls de bloemkronen niet afvallen, maar aan de plant verdorren, is ook hier het ontstaan van rijpe vruchten verre van regel. Uit dit alles trekken wij het besluit, dat de Primula sinensis zich zonder behulp van insekten niet normaal bestuiven kan. Hetzelfde is het geval bij de overige soorten van dit geslacht; doch daar deze, b.v. de Aurikels (Primula Auricula) en de Primula veris, in den tuin gekweekt worden, worden zij gewoonlijk rijkelijk door insekten bezoch