Pagina:Het leven der bloem (1900).djvu/66

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
54
DE MEELDRADEN EN HET STUIFMEEL.


Een ander geval van prikkelbare meeldraden vertoonen ons de saamgesteldbloemige planten, van welke onze fig. 20, op pag. 31, een voorstelling geeft, wanneer men haar met nevensgaande afbeelding (fig. 29) van het bloemhoofdje eener Ganzebloem vergelijkt. In fig. 29 stelt a een geheel bloemhoofdje voor, b hetzelfde, overlangs doorgesneden, c een afzonderlijk bloempje uit het midden, d een dergelijk bloempje uit den buitensten rand van het hoofdje.

Fig. 29.

Ganzebloem of groote Madelief.

Naar haar vorm heeten de randbloemen ook wel straalbloemen, de middelste bloemen gewoonlijk buisbloemen. Andere voorbeelden van saamgesteldbloeiende planten zijn gemakkelijk op te sommen. De Immortelles, de Cineraria's, de Dahlia's, de Kamille, de zoogenoemde Afrikanen (Tagetes africana), de Absynth, het Duizendblad, de Schorseneeren, Paardebloemen, Distels, en tal van andere meer of minder bekende plantenvormen, behooren hiertoe.