Pagina:Het recht en de maatschappij (Hamaker 1888).djvu/19

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

5

en naar boven te dringen, en dat de moeilijkheden, die wij beleven, te wijten zijn aan de botsing tusschen die beide.
Ik houd mij daarom overtuigd, dat het zijn nut moet hebben het punt in quaestie ter sprake te brengen en stel mij voor achtereenvolgens te kenschetsen eene wetenschap gebaseerd op de onderstelling, dat het onze rechtsbegrippen zijn die het maatschappelijk leven voortbrengen en een wetenschap gegrond op de onderstelling, dat onze rechtsbegrippen het product zijn van het maatschappelijk leven. Ik zal ten slotte beide onderstellingen plaatsen in het licht eener meer algemeene wijsgeerige beschouwing om zoodoende het groote belang van de vraag nog duidelijker te doen uitkomen en aan te wijzen, waar de beslissing gezocht moet worden.

Ik kom door bovenstaande beschouwingen in verzet tegen de, onderling weer verschillende, wijzen waarop gewoonlijk de tegenstelling tusschen de beide om den voorrang kampende richtingen in de rechtswetenschap wordt opgevat. Duidelijkheidshalve is het misschien goed daarop nog even te wijzen. Men heeft altijd begrepen, dat de beschouwingen der menschen op het stuk van recht daarom zoo uiteenliepen, omdat zij van verschillende grondstellingen of gronddenkbeelden uitgingen. Maar in de aanwijzing van dit verschil is men mijns inziens niet geslaagd. Men heeft wel telkens den vinger gelegd op belangrijke vraagpunten, maar dat waarop alles aankwam, het punt waarop de beide richtingen zich van elkander scheiden om elkaar nooit meer te ontmoeten, heeft men niet gevonden.