Naar inhoud springen

Pagina:Huizinga, Herfsttij der Middeleeuwen (1919).pdf/276

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ongles ... et les tierces rasoit toutes au net et les planoit comme pour les mettre hors de mémoire; et se monstroit dure et felle ennemie à beaucoup de gens de bien, plus volontairement que par raison." Elders ziet hij, hoe Dame Paix haar mantel uitspreidt en hoog oplicht, en in vier nieuwe dames uiteenvalt: Paix de coeur, Paix de bouche, Paix de semblant, Paix de vray effet.[1] In weer een ander van zijn allegorieën komen vrouwenfiguren voor, die heeten "Pesanteur de tes pays, Diverse condition et qualité de tes divers peuples, L'envie et haine des François et des voisines nations", alsof een politiek hoofdartikel zich liet allegoriseeren.[2] — Dat al die figuren niet gezien maar bedacht zijn, blijkt ten overvloede uit het feit, dat zij hun namen op banderoles dragen; hij put de beelden niet direct uit zijn levende fantazie, maar stelt ze zich voor als op een schilderij of in een vertooning.

In La mort du duc Philippe, mystère par manière de lamentation ziet hij zijn hertog verbeeld als een flesch vol kostbare zalf, die aan een draad uit den hemel hangt; de aarde heeft die flesch aan haar borsten gezoogd.[3] Molinet ziet Christus als pelikaan (een gewone trope) niet alleen met zijn bloed de jongen voeden, maar tevens er den spiegel des doods mee afwasschen.[4]

Schoonheidsinspiratie is hier zoek; het is spelend en valsch vernuft, een uitgeputte geest, die nieuwe bevruchting wacht. In het altijd weer gebruikte droommotief als raam eener handeling zijn bijna nooit echte droomelementen waar te nemen, zooals ze bij Dante en bij Shakespeare zoo treffend voorkomen. De illusie, dat de dichter zijn voorstelling als vizioen heeft gezien, wordt dikwijls niet eens volgehouden: Chastellain noemt zich zelf "l'inventeur ou le fantasieur de ceste vision."[5]

Op het verdorde veld der allegorische verbeelding kan alleen de spot telkens weer frisch kruid doen bloeien. Zoodra het even in 't luimige geworpen wordt, werkt de allegorie nog. Deschamps vraagt den dokter, hoe de deugden en het recht het maken:

"Phisicien, comment fait Droit?
— Sur m'ame, il est en petit point....
— Que fait Raison?...
Perdu a son entendement,
Elle parle mais faiblement,
Et Justice est toute ydiote...."[6]

De verschillende sferen van fantazie worden stijlloos dooreengemengd. Geen product zoo bizar als het politieke schotschrift in het kleed der pastorale. De onbekende dichter, die zich Bucarius noemt, heeft in Le Pastoralet al den laster van het huis Bourgondië tegen Orleans in de kleur der herderij geschilderd: Orleans, Jan zonder Vrees en al hun trotsch en grimmig gevolg als zoete herders, wonderlijke Leeuwendalers! De herdersrok is beschilderd met fleurs de lis of klimmende leeuwen; er zijn "bergiers à long jupel", dat zijn de geestelijken.[7] De herder Tristifer, dat is Orleans, neemt den anderen hun brood en kaas, hun appelen en noten, hun fluitjes af, en den schapen de klok-

  1. Le livre de paix, Chastellain, VII p. 375.
  2. Advertissement au duc Charles, Chastellain. VII p. 304 ss.
  3. Chastellain, VII p. 237 ss.
  4. Molinet, Le miroir de la mort, fragment bij Chastellain, VI p. 460.
  5. Chastellain. VII p. 419.
  6. Deschamps, I p. 170.
  7. Le Pastoralet, vs. 501, 7240, 5768.