Pagina:HuygensCornelieDarwinMarx1901.djvu/126

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

115

driftig voelen voor edeler maatschappelijke verhoudingen bracht hen in die gelederen, niet het waarachtig begrip der door Darwin en Marx geopenbaarde evolutie-wetten.

Onder die utopisten zijn er nog talloozen, wier onuitroeibare burger-ideologie hen doet loochenen het wezen zelf der natuur, hen doet toeschrijven aan de stuwingskracht eener zorgvuldig door menschen uitgedachte ethiek—in het bijzonder de ethiek van Kant—de beweging onzer dagen. Het aanhalen van eenige zeer nobel gedachte uitspraken van dien wijsgeer moet duidelijk maken, dat het alom gebeurende hem in het gelijk stelt, dat hij dus de eigenlijke grondlegger is van het socialisme, en dat wij om voorwaarts te gaan, eerst anderhalve eeuw moeten terugkeeren.

Het kan niet anders wezen dan een algeheele onbewustheid, een niet begrijpen het eigenlijk wezen der Marxistische theorie, dat de Neo-Kantianen drijft haar aldus te willen aanstrijken met een laagje ethiek van Kant of van welken denker ook uit het verleden. Een onderzoek-methode die naspeurt wat de eigenlijke oorsprong is van een verschijnsel, zich tracht rekenschap te geven van zijn voortdurende ontwikkeling, zijn verwording tot altijd hoogere vormen in het cultuurleven, en van de wijze waarop het zedelijkheidsgevoel wordt gevoed—deze methode wordt in schier ondenkbare verwarring teruggeleid tot een ethisch pogen zelf, tot den individueelen gevoelsdrang van een nobel aangelegd mensch uit de achttiende eeuw, die in eenigszins andere woorden de schoone gedachten van