Naar inhoud springen

Pagina:HuygensCornelieDarwinMarx1901.djvu/32

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

21

allereerste bewerking doen ondergaan, staan vlak bij de natuur, bijna even dicht als de wilde menschenrassen en natuurvolken, die ook de gereede natuurgaven tot zich nemen. Deze natuurkrachtige menschengroepen zijn zich dan ook volkomen bewust natuurschepselen te zijn. Maar de groepen, die de allerhoogste torens van den cultuurbouw bestegen, zijn zóó ver van de natuur verwijderd geraakt, dat het bewustzijn natuurschepselen te wezen hun ten eenemale ontbreekt. Zij meenen in vollen ernst in de wolken te zweven, zien nimmer de basis van hun torenverhevenheid en loochenen die, loochenen elk verband met aarde en natuur. Tusschen die twee uitersten, tusschen torens en fundamenten bevinden zich ontelbare verdiepingen, de bewoners van elke verdieping, naarmate zij meer of minder van de aarde verwijderd zijn, naarmate de natuur voor hen zichtbaarder of onzichtbaarder is, anders denkend, anders voelend, anders beoordeelend hun verhouding tot die natuur.

Dit verklaart de ideologie der bovenste en heerschende groepen, n.l.: de ontkenning van den natuur-oorsprong niet alleen van hun ideeën- en gevoelsleven, maar van alles en alles wat het hooger mensch-zijn vormt.

En niet alleen is voor de torenbewoners meer en onzichtbaar geworden hun natuur-oorsprong, zij zijn eindelijk gaan vergeten het arbeidsproces zelf, dat hen zoo hoog verhief. Zoo kan in het grootsche Alpenland, in de hooge ijs- en gletscherwereld, de tourist de illusie hebben ver boven het aardsche te zijn verheven, wanneer hij de wolken, inplaats van boven zijn hoofd,