Pagina:Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants Cesare Ripa 1644.djvu/586

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
564
 
Voorſegginge, Wichlerie. Voorſichtigheyt. Voorſienigheyt, &c.

Divinatione. Voorſegginge, Wichlerie. Nae ’t gevoelen der Heydenen.

EEn Vrouwe met een Lituus of Waerſeggers roede een wercktuygh dat de Waerſeggers gebruycken, hebbende op ’t hoofd verſcheyden Vogelkens en een Sterre.
 Aldus iſſe geſchildert van Gio. Baptiſt. Giraldus: om dat Cicero gewagh maeckt van tweederleye Wichlery, d’eene door de Natuyre, d’ander door de konſt. Totte eerſte behooren de droomen en de bewegingen des gemoeds: ’t welck beteykenen de Vogelkens, die rontom haer hoofd zijn: totte andere worden gepaſt de verklaeringen van de uytſpraken of Oraculen der Wichleren, ſoo van blixemen, ſterren, ingewanden der beeſten en wonderſpoocken, welcke dingen door de Roede en Sterre uytgedruckt werden. De Waerſeggerie wierde Apollo toegepaſt, want de Sonne verlicht de geeſten, en maecktſe bequaem om toekomende dingen te voorſien, door de beſchouwinge van de onbederflijcke dingen, gelijck de Heydenen haer inbeelden. Maer wy Chriſtenen behooren ons, met alle naerſtigheyt, van deſe bygeloovigheyt te wachten.

Providenza. Voorſichtigheyt, Voorſorge.

EEn Vrouwe met twee hoofden, op de maniere als Ianus: ’t eene hoofd ſal gekroont zijn met kooren-ayren, en ’t ander met Wijnrancken en Druyven: in d’eene hand ſalſe twee ſleutels houden, en in d’ander een Roer van een Schip: want daer kan geen Menſche voorſichtigh weſen ſonder kenniſſe van den verleeden en toekomenden tijd, en daerom wort deſe beeldeniſſe met twee aengeſichten gemaelt, om datſe bequaem zijn tot ons voornemen.
 De ſleutels bedieden, dat het niet genoegh is de dingen te voorſien, maer dattet noodigh is datmen daer door arbeyde, om volmaeckt te weſen in deughdlijcke wercken: en de ſleutels vertoonen oock al de wercktuygen die tot bouwinge van de aerde behooren en die ons de toegeſtelde doolhoven openen, over de ſwaerigheyt van ’t Menſchlijck leven.
 Het Roer toont oock, datmen ’t ſelve op de Zee, in veele gelegentheden voorſichtigh moet gebruycken, om Rijckdom en een goede naeme te verkrijgen, en oock dickwijls alleen om ’t lijf daer van te brengen. En de Voorſichtigheyt beſtiert het Roer van ons ſelve, en geeft hoope van de behoudeniſſe onſes levens: welck leven gelijck een Schip in ’t diepſte van de Zee, wort gehobbelt en gedreven, en van alle ſijden door de Winden van de Fortuyne geſolt en omgeworpen.

Providenza. Voorſiens.

IN de Medaglie van Titus wort een Vrouwe geſien, met een Scheeps-roer en een kloote, gelijck zy in die van Florianus met een kloot en een ſpieſſe geſtelt is.

Providenza. Voorſienigheyt.

EEn Vrouwe die beyde handen om hoogh houd nae den Hemel, als of zy haer, met gevouwen handen, na een ſterre keerde, met het opſchrift, Providentia Deorum. ’t Welck Ælius Pertinax aldus afbeelde.
 Het ſchijnt, onder de ſlechte luyden, als of de Voorſienigheyt, alleen aen den Prince ſtonde, daer nochtans dieſelve den Prince ſonder middel van God alleene heerkomt, als die een gever is van alle goederen, en een kenner van alle dingen, gelijck de Apoſtel ſeght, alle onſe macht is van God. En ſoo hy ons niet verſorghde van de nootſakelijcke dingen, onſe voorſorge ſoude gewiſſelijck weinigh of niet helpen, want zy is als de wille van de kleyne kinderkens, die begeerigh zijn om te gaen, maer ſtrax daer heene vallen, indien de hand der Ammen of Voedſters dieſelve niet onderſtutte.

Providenza. Voorſienigheyt.

MEn vind in de Medaglien van Balbinus, een Vrouwe, metten hoorn der Rijckdommen, en mette rechter hand een ſleutel, en de Werlt aen de voeten, met het opſchrift Providentia Deorum.

Providenza. Voorſienigheyt.

MEn vindt in de Medaglie van Probus een Vrouwe met lange banden over de ſchouderen, die in de rechter een Scepter, en

in