Naar inhoud springen

Pagina:In Het Jaar 2000 (Bellamy1890).djvu/175

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

167

innig liefgehad in mijn ander leven, maar dat was honderd jaar geleden! Misschien vinden sommigen in deze bekentenis een duidelijk gebrek aan gevoel, maar niemand kan uit ervaring spreken om mij te beoordeelen. Toen wij op het punt stonden de kamer te verlaten, trof mijn oog de groote ijzeren kast in een hoek. Ik wees Edith er op en zeide:

—"Dit was zoowel mijn brandkamer als mijn slaapkamer. In die kast zijn duizenden dollars aan goud en een groot bedrag aan geldswaardige papieren. Als ik geweten had toen ik naar bed ging, dat mijn slaap zoo lang zou duren, zou ik toch gedacht hebben dat het goud een middel van bestaan zou opleveren in elk land en in elke eeuw. Dat er ooit een tijd zou komen waarin het zijn koopkracht zou verliezen, zou ik beschouwd hebben als de onmogelijkste verbeelding. Niettemin word ik nu wakker bij menschen die geen enkel brood zouden willen geven voor een kar vol goud."

Zooals te verwachten was, slaagde ik er niet in Edith te overtuigen dat in deze omstandigheid iets merkwaardigs was.—"Waarom zouden zij ook?" was haar eenige vraag.

 


 

HOOFDSTUK XXI.

 

 

Dr. Leete had voorgesteld dat wij den volgenden morgen zouden wijden aan de bezichtiging van de scholen; hij zou trachten mij tevens eenig denkbeeld te geven van het opvoedingsstelsel.