Pagina:In Het Jaar 2000 (Bellamy1890).djvu/176

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

168

—"Gij zult," zeide hij, toen wij na het ontbijt op weg gingen, "veel belangrijke punten van verschil zien tusschen onze denkbeelden over onderwijs en de uwe, maar het groote verschil is dat tegenwoordig alle menschen in de gelegenheid zijn hooger onderwijs te genieten, wat vroeger maar voor een uiterst klein gedeelte van de bevolking was weggelegd. Wij zouden niet meenen iets wezenlijks gewonnen te hebben door de stoffelijke gelijkheid der menschen, zonder deze gelijke aanspraken op ontwikkeling."

—"Dat moet vrij kostbaar zijn," merkte ik op.

—"Als er de helft van het nationale inkomen voor noodig was, zou niemand het te veel vinden," antwoordde Dr. Leete, "zelfs niet als er bijna alles meê heenging. Maar werkelijk kost de opvoeding van tienduizend jongelieden niet tien- of zelfs vijfmaal de opvoeding van duizend. Het beginsel krachtens welke alle maatregelen op een groote schaal evenredig goedkooper zijn dan op een kleine schaal, is ook van toepassing op het onderwijs."

—"In mijn tijd was het hooger onderwijs geweldig duur," zeide ik.

—"Als ik niet verkeerd ingelicht ben door onze geschiedschrijvers," antwoordde Dr. Leete, "was het niet het onderwijs maar de uitspattingen en de kostbare levenswijze die zoo opliepen. De werkelijke uitgaven voor de universiteiten schijnen zeer laag geweest te zijn, en zouden nog minder bedragen hebben als er meer studenten geweest waren. Hooger onderwijs is nu even goedkoop als lager, omdat de onderwijzers van elken rang evenveel verdienen, zooals alle arbeiders. Wij hebben eenvoudig aan den leerplicht voor de gewone scholen, die in vele scholen reeds in uw tijd in zwang was, een half dozijn