Naar inhoud springen

Pagina:In Het Jaar 2000 (Bellamy1890).djvu/253

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

245

heeft. Kan ik het portret van mijn overgrootmoeder zeggen als ik naar mijn kamer ga, dat ge haar volkomen vergeeft dat zij u ontrouw geworden is?"

Wil de lezer wel gelooven dat dit coquette grapje, of de spreekster er besef van had of niet, mij wezenlijk trof en daardoor een eind maakte aan een vaag gevoel van jaloezie dat bij mij gerezen was, toen Mevrouw Leete mij verteld had van het huwelijk van Edith Bartlett; zelfs terwijl ik Edith Bartletts achterkleindochter in de armen hield, had ik niet, tot op dit oogenblik, goed bedacht dat ik dit niet had kunnen doen als zij niet getrouwd was, zoo onlogisch zijn soms onze gevoelens. Zoo zonderling als deze gemoedstoestand was, zoo plotseling werd hij verdreven door Ediths boosaardige vraag, die mij tot een beter en helder inzicht bracht.

—"Verzeker haar van mijn oprechte vergiffenis," zeide ik lachende; "ofschoon, als zij iemand anders dan uw overgrootvader genomen had, het een geheel ander geval zou geweest zijn."

Dien nacht liet ik de muziek-telephoon met rust; voor den eersten keer maakten mijne gedachten een fraaiere muziek dan zelfs twintigste-eeuwsche orkesten kunnen voortbrengen, en ik sliep in, omstuwd door hare zoete melodieën.

 


 

HOOFDSTUK XXVIII.

 

 

—"Het is iets later dan u geroepen woudt worden, mijnheer. U werd niet zoo gauw wakker als anders, mijnheer."