Pagina:In de sneeuw.djvu/202

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

200

„Nu gij het zóo opvat," — antwoordde Gabriëlle — „zal ik u door voorbeelden aantoonen, dat mijne woorden iets anders zijn dan een „los praatje." Maar ik verzeker u, dat ik vooruit weet, dat alles wat ik zal zeggen, geen den minsten indruk op u zal maken, op u, onvatbaar geworden voor overtuiging door den onfeilbaarheidswaan der geleerdheid; het is slechts voor mijzelve, dat deze voorbeelden waarde hebben. Het eerste is de bijbeltekst, waarop gijlieden den kinderdoop hebt gebaseerd."

„Dacht ik het niet?" — riep de predikant, zijnen zoon lachend aanziende: „zij beginnen altijd met hetzelfde."

„Ik weet óok," — hernam Gabriëlle — „dat gij altijd den zak vol verschillende vertalingen hebt; maar ik vind, dat er nog andere middelen gebruikt moesten worden, om van een op zich zelve zoo onbeteekenende ceremonie als het doopen van kinderen een sacrament te maken. — En nu — een woord dat altijd wordt weggegoocheld; ik ken het van buiten:

„Gij zult niet zweren: nòch bij den hemel, want hij is Gods troon; nòch bij de aarde, want zij is de voetbank zijner voeten, nòch bij Jeru-