Pagina:In de sneeuw.djvu/64

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

62

De Lensmand bevond zich dan ook in eene moeielijke positie. Hij was dominé's naaste buur, en van den burgervader slechts gescheiden door de Elbe; beiden hield hij gaarne te vriend, maar ook de voornaamste dorpelingen aan wie hij was vermaagschapt. Daarenboven was hij eigenaar van bosschen en gaarden aan deze en gene zijde van de rivier. Ging hij links, dan kreeg hij het met de ambtenaren te kwaad; ging hij rechts, dan werden de dorpelingen boos en overstelpte zijne eigene familie hem met harde woorden.

Maar de heer Olsen had boven alles den vrede lief, wijl hij — zooals hij zelf zei — steeds veel verdraagzaamheid van zijne vrouw en anderen had ondervonden; want hij was nooit ongevoelig geweest voor wijn en kaartspel, meisjes en vroolijkheid.

Zijne vele afdwalingen en hare gevolgen hadden hem gestemd tot vergevensgezindheid, minnelijke schikkingen, en een gebruik maken van sluipwegen.

Hij had bijna zijn leven lang verkeerd in een soort van onverschillig evenwicht, beurtelings zich neigende tot slechte burgemeesters en stijve