Pagina:Jacob Daalder-Vogelkiekjes (1910).pdf/112

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

104

uit het nest genomen worden. De vogel bekleedt dan het nest opnieuw, en hij zal niet wegvliegen, wanneer men hem nadert, om weder den donsvoorraad weg te nemen.

Hebben de vogels nu nog meer veertjes over, en worden ook die onder en tusschen de eieren gebracht, dan mogen ze die wel houden, want de verzamelaars zien gaarne, dat de broedsels tot hun recht komen, opdat ze in volgende jaren nieuwe voorraden dons zullen kunnen opleveren.

Wanneer op Vlieland de nesten gespaard blijven, en dat zullen ze wel, dan kan men in volgende jaren meer broedparen verwachten, misschien ook op de andere eilanden. Wellicht zal men dan ook nog eenmaal daar verzamelaars van eiderdons vinden, en men zal het gemakkelijker kunnen krijgen dan op de Noordelijke rotsen.

Des winters vertoeft de Eidereend dikwijls veelvuldig in onze kustwateren, soms ook binnen de zeeweringen, maar men ziet dan gewoonlijk het bruine kleed, dat de wijfjes en de jongen kenmerkt, en dat ook des winters door de mannetjes gedragen wordt. Schuw zijn de eidereenden niet, omdat ze aan de broedplaatsen bescherming genieten. Ook treft men ze wel broedende aan in de nabijheid der menschelijke woningen.

Wanneer men des winters aan het strand vertoeft, om er kennis te maken met de eidereend, dan zal men er dikwijls ook andere zeeëenden aantreffen, en vooral de zwarte zeeëend (Oidemia nigra [L.]), die ook zwarte bergeend en wigstaart genoemd wordt, kan er zoo veelvuldig zijn, dat de zee er hier en daar mede overdekt schijnt. Toch kan men ook des zomers wel vluchten