Naar inhoud springen

Pagina:Jacob Daalder-Vogelkiekjes (1910).pdf/87

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

79

 

XXIV.


Wurgers.


Kijk eens hier! Aan verschillende dorens en scherpe takjes zitten hommels, sprinkhanen, torren en ook bijen vastgespietst. Dat is toch zeker de arbeid van den eenen of anderen snaak, die zijn tijd heeft willen dooden. Ook zelfs een jong muisje is er bij.

Neen, wat ge hier aan den boschrand voor u ziet, is de spijskast van een vogel. Vangt hij meer, dan zijn eetlust vraagt, dan wordt het een en ander hier op den kapstok gestoken, om in tijden van schaarschte te kunnen dienen. Deze eigenaardige handelingen worden verricht door de Klauwieren, waarvan enkele soorten ons land bewonen. Ze worden ook Wurgers genoemd, en de species, waaraan de provisie hier voor ons behoort, is ongetwijfeld de Grauwe Klauwier (Lanius collurio L.), die ook wel Negendooder, Roode Wurger en Bruine Dorendraaier genoemd wordt.

Wilt ge hem leeren kennen? Laten we ons dan begeven langs den zoom van dit duinboschje, want deze Klauwier woont het liefst aan den kant van het geboomte. Luister eens! Hoort ge in het nabootsend gezang van dien vogel niet nu eens het blaffen van een hond, dan weer het roepen van een kievit of grutto en soms een amalgama van allerhande dierengeluiden? Dat wordt voortgebracht door den Klauwier, en als we voorzichtig voortsluipen, zien we weldra den mooi gekleurden vogel, doch het is ook alleen het mannetje, dat zoo fraai uitgedost is. Keurig staat het roodbruin manteltje, en fraai steekt