Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/143

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

139

met verschillende belangen. Niet staatkundig of maatschappelijk belang besliste tot welke partij men moest behooren, maar de ideologie. Van deze dwaling werden in zekeren zin de oorspronkelijke partijen die haar aanhingen: de kleine burgerij en aristokratische grondbezitters niet de slachtoffers, noch de bourgeoisie. Historisch gesproken was het er nauwelijks eene; want "orthodoxie" stond tegenover "liberalisme" als het kort begrip van twee tegenstrijdige wereldbeschouwingen, wier lijnen in den regel samenvielen met de grenzen der klassen. Noodlottig werd de dwaling, die uit de verandering in de ideologie de maatschappelijke veranderingen afleidde, eerst voor de klasse der arbeiders. Toen deze aan het openbare leven begonnen deel te nemen vonden zij, hetzij zij geloovig of ongeloovig waren, de traditie die van het geloof de partij-vorming afhankelijk stelde, als een struikelblok op hun weg tot zelfstandige klasse-organisatie en klasse-politiek.

Niet slechts de politieke sfeer beheerschte de theologische opvatting; in haar teeken stond bijna ieder gebied van intellektueel leven. De poëzie was en bleef bijwagen der theologie, sedert Bilderdijk zijn kontrarevolutionaire wereldbeschouwing tot den spil zijner kunst gemaakt had. Zonder weifeling stelde hij zich kampioen van het oude. Konventioneel waren zijn idealen, konventioneel was ook de "dichterlijke taal" waarin hij ze verheerlijkte. Maar de grootheid van zijn rytmisch gebaar en de volheid van zijn geluid imponeerden ook zijn tegenstanders en verspreiden zijn roem; en dit was natuurlijk, want gebaar en geluid behoorden bij woorden die eenmaal zwaar van beteekenis waren geweest. En vergeleken bij de zijnen, waren rytme en geluid van andere dichters,