153
door de toename der beetwortel-kultuur en den invloed der grondbezitters en fabriekanten op de wetgeving in Europa, die met premies en beschermende rechten den rietsuiker te weren begonnen. Met de koffie's slorpten Nederlandsche kapitalisten den nektar der groote winsten binnen, de suiker leerde hun hare ambrosische zoetheid nader kennen, maar al dit heerlijke had een bitteren nasmaak en die nasmaak was: over-produktie op de wereldmarkt.
De suiker-krisis van '84 noodzaakte het koloniale kapitaal nieuwe banen te zoeken. Zooals reeds eenmaal in de plaats der voorname uitvoer-produkten van de 17de en 18de eeuw, der specerijen, de nieuwe stapelartikelen koffie en suiker waren gekomen, zoo werden deze weer op hun beurt verdrongen, (althans wat belangrijkheid voor het Nederlandsch kapitaal aangaat[1]), door andere produkten als thee, cacao, kina en tabak. Sommigen van deze produkten, als thee b.v. waren reeds onder het kultuurtelsel gekweekt, maar hadden geen winst gegeven; andere als de cacao, werden nieuw ingevoerd. Behalve van den landbouw, maakte het koloniaal kapitalisme zich van den mijnbouw meester; waren de winsten van tin- en steenkool dusver grootendeels aan het gouvernement toegevallen, de petroleum kwam geheel ten goede aan het particulier kapitaal. Al deze producten zijn het, die het koloniaal kapitaal in de laatste twintig jaar zoo enorm hebben doen aanzwellen. En onder hen zijn tabak en petroleum de belangrijkste, degenen waarop de grootste winsten konden worden gemaakt, omdat deze produkten in
- ↑ Voor Java en de Javasche bevolking, is de suiker-kuituur nog altijd van het hoogste belang. maar zij komt niet meer op de Nederlandsche markt, kan het Ned. handelskapitalisme dus niet meer schelen.