Naar inhoud springen

Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/167

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

163

uit voor de inrichtingen, die zijn winst kunnen vergrooten: dokken, kaden en pakhuizen, liften, stoom-hydraulische en elektrische motoren, maar aan eenige inrichting tot vermindering van de gevaren bij het lossen en laden denkt het niet. Het dwingt zijn arbeiders, somtijds 12, 18, 24 en meer uur achtereenvolgens te werken, voedsel en drank gebruikend onder 't werk, als de boot kolen, de machine olie, dan weer dagen en dagen door te brengen lanterfantend, slenterend op den uitkijk naar arbeid. Het doet het gansche leven van den arbeider vergaan in onregelmatige afwisseling van overarbeid en werkeloosheid, afmattend gejaag en doelloos geluier; het ontneemt aan den arbeid zijn opvoedende werking; zijn scholing tot orde, regelmaat, evenwicht der physieke en geestelijke krachten. Het heeft niet als de industrie belang bij een zekere mate van intelligentie en kennis zijner arbeiders; het neemt ze en laat ze, louter spieren en peezen. Het voelt noch doet iets voor toynbee, volksleeszalen. technisch- en ambachtsonderwijs, enz. Het stoort zich niet aan de wetten der natuur, het heeft zijn eigen wet, die luidt, dat wat aankomt gelost en wat vertrekken wil geladen moet worden, bij dag of nacht, op week- of rustdag. Door zijne tot wet geworden regelloosheid, vernietigt het iedere regelmaat in het leven der arbeiders, schept eene bevolking, die, lijdend onder de regelloosheid van bedrijf, daardoor zelve kwaliteiten heeft ontwikkeld, die haar ongeschikt maken tot den regel der organisatie. Het ongeleerd handels-proletariaat toont zich dan ook ondanks het samen wonen en samen arbeiden veler duizenden dicht op elkander, weinig in staat tot gestadige en volgehouden actie. Het steigert somtijds op in heftig verzet,