Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/193

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

189

en de geschiktheid der vrouw uit de middenklasse tot allerhande eervolle en voordeelige betrekkingen met klem van argumenten bepleitte, vernielde de arbeidersvrouw haar longen met het verspinnen van slecht gereinigd koehaar in de "spelonken" te Hilversum, of hield zich, voor een daggeld van dertig cts., bezig met het sjouwen van turf en steenen, met de mannen, waarmee zij samen arbeidde, troost en opwekking zoekend en vindend in de jeneverflesch.[1]

Zooals het industrieel kapitalisme hier minder uit immanente krachten der samenleving, dan door invloeden van buiten ontstond, zoo ook de moderne arbeidersbeweging. De kapitalistische ontwikkeling was te zwak en het proletariaat daarbij te gedemoraliseerd, om uit zich zelve tot georganiseerd verzet te komen.

Hoe langzaam en pijnlijk de bewustwording der arbeidersklasse in Nederland ook thans in zijn werk gaat, het is niet te zeggen, hoezeer de moeilijke weg haar verkort is geworden, door het bewuste internationaal karakter der arbeidersbeweging. In '48, haar geboortejaar, trok het eerste geruisch van haar strijd en de glans van haar idealen heen, te hoog en ver voor de ontzenuwde paupers van Nederland; geen glimp vingen zij van haar, geen echo van de klaroenstem van het Kommunistisch Manifest. In 1870 was het anders: de Internationale verscheen ook in Nederland. Het verspreidde vereenigen, het op zichzelf staande miet den band van het bewuste en gemeenschappelijke doel omsnoeren—haar werk in landen, waar reeds elementen van organisatie bestonden—kon zij hier niet. Er waren slechts enkele, half ziekepot-achtige vakvereenigingen van typografen, meubelmakers, enz.,


  1. Jaarboek voor Statistiek en Staathuishoudkunde, Deel XXIV.