Naar inhoud springen

Pagina:Kartini - Door Duisternis Tot Licht (1911).djvu/156

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

132

willen worden, niet meer zouden kunnen zeggen: "daar is niemand nog bij ons, die dat heeft gedaan".

Vreemd, maar ik voel me volstrekt niet beangst, bevreesd of verontrust, ik ben kalm en zoo vol moed; alleen dat domme, dwaze hart doet èrg, èrg zeer.

October 1900. (II).


Ik wil voor 't onderwijs opgeleid worden — de twee actes — lager en hoofdacte halen — en dan cursussen volgen in gezondheids-, verbandleer en ziekenverpleging.

Heel later ga ik een taalacte, mijn eigen moedertaal halen. Zijn we klaar, dan gaan we met ons beiden eene kostschool openen voor dochters van Inlandsche hoofden. Ik wil in Holland mijn opleiding ontvangen, omdat Holland mij in alle opzichten beter zal toerusten voor de groote taak, die ik op mij wil nemen.

— — — — — — — — — — — — —

Hoevele malen in eigen leven heb ik reeds niet ondervonden, dat de vervulling van hartewenschen vaak gepaard gaat met hartewonden.

En zoovele, vele gebeurtenissen in den laatsten tijd wijzen er op: De mensch wikt — God beschikt. Het zijn waarschuwingen voor ons kortzichtige menschen, waarschuwingen, om toch vooral niet zoo ijdel te