Naar inhoud springen

Pagina:Kautsky 1900 nl Economische Theorie Marx.djvu/122

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

108

productiewijze lijkt eer een maalstroom, die alle lagen der maatschappij omwoelt en dooreenmengt en in voortdurende beweging houdt. Alle overleefde productie-omstandigheden worden vernietigd en daarmee de overleefde vooroordeelen. Maar de nieuwe productie-omstandigheden die in haar plaats treden, zijn zelve niet bestendig, doch aan voortdurende wisseling onderworpen. De eene uitvinding, de eene arbeidsmethode jaagt achter de andere aan; kapitaalmassaas en arbeidersmassaas worden zonder ophouden uit den eenen tak van productie in den anderen, van het eene land naar het andere geslingerd; alle vastheid der omstandigheden en alle geloof aan die vastheid verdwijnt. De conservatieve elementen worden weggeruimd, de boer naar de groote steden gedrongen, waar thans de historische beweegkracht geconcentreerd is en waar hij helpt om het gewicht der beweging te vermeerderen, in plaats van haar te belemmeren. Vrouw en kind worden in de fabriek getrokken, het conservatieve element van den burgerlijken gezinsvorm ontbonden, uit de behoudende en bewarende huisvrouw wordt de den kost verdienende, om het bestaan worstelende loonarbeidster.

En in deze volkomene ontbinding van het oude, die voor onze oogen plaats grijpt, vertoonen zich reeds kiemen van het nieuwe.

De toenemende verstomping der arbeidersjeugd tengevolge van langen, eenzijdigen arbeid heeft in alle industriestaten ertoe genoopt, in den een of anderen vorm, het lager onderwijs tot gedwongen voorwaarde van den arbeid te verklaren. Men heeft sedert bevonden, dat de fabriekskinderen niet slechts evengoed, maar eer beter en gemakkelijker leeren dan geregelde dagscholieren. "De zaak is zeer eenvoudig", meent een fabrieksinspecteur. "Diegenen welke zich slechts een halven dag in de school ophouden, zijn altijd frisch en bijna steeds geschikt en gewillig tot het ontvangen van onderwijs. Het systeem van halven arbeid en halve school maakt elk der beide werkzaamheden tot uitrusten en ontspanning van de andere en dientengevolge veel passender voor het kind dan de onafgebroken duur van een van beide." Marx voegt hieraan toe: "Uit het fabrieksstelsel, gelijk men in bizonderheden bij Robert Owen kan nagaan, ontsproot de kiem van de opleiding der toekomst, die voor alle kinderen boven zekeren leeftijd productieven arbeid met onderwijs en gymnastiek verbinden zal, niet slechts als een methode tot vermeerdering der maatschappelijke productie, doch als de eenige methode tot productie van alzijdig ontwikkelde menschen."

Aan deze opvoedkundige ontwikkeling zal zich een andere moeten aansluiten. De ver doorgevoerde arbeidsverdeeling in de maatschappij in gescheiden beroepen en speciale vakken, die reeds de periode van het handwerk kenmerkte, en de arbeidsverdeeling in den boezem der afzonderlijke bedrijven die in de manufactuurperiode zich daaraan paart, hadden hoogst ongunstige gevolgen voor de arbeidende individuen. De productievoorwaarden ontwikkelden zich langzaam en versteenden ondertusschen inderdaad; de geheele mensch werd aldus zijn leven lang aan een zekere deelverrichting geketend, waarin hij buitengewone bekwaamheid verwierf, terwijl hij tegelijkertijd eenzijdig verkreupelde en hem die harmonische ontwikkeling teloorging,