122
individuen tusschen den arbeider en den kapitalist, tusschenpersonen die ervan leven dat zij van het arbeidsloon, dat de kapitalist betaalt, een aanzienlijk deel voor zich afhouden. Het stukloonstelsel maakt het echter ook mogelijk dat de kapitalist daar, waar de arbeid door groepen van arbeiders verricht wordt, slechts met de leiders der groepen contracten sluit tot levering der producten voor een zekeren prijs per stuk, en het dezen leiders overlaat hun onderarbeiders naar zijn oordeel te betalen. "De uitbuiting der arbeiders door het kapitaal verwerkelijkt zich hier bij middel van de uitbuiting des arbeiders door den arbeider."
Zoo nadeelig het stukloon voor den arbeider is, zoo voordeelig is het voor den kapitalist. Het stukloon is ook de aan de kapitalistische voortbrengingswijze beantwoordende vorm van het arbeidsloon. Het was in het gilde-handwerk niet geheel onbekend. Op grootere schaal is het echter eerst gedurende het tijdperk der manufactuur in gebruik gekomen. Het diende in den tijd van het opkomen der groote industrie als een der belangrijkste hefboomen tot verlenging van den arbeidstijd en verlaging van den arbeidsprijs.
volken.
Wij hebben een reeks combinaties gezien waaraan waarde en prijs der arbeidskracht en hun verhouding tot de meerwaarde onderhevig zijn, ontstaan door wijzigingen in de lengte van den arbeidsdag, de intensiteit en het voortbrengingsvermogen van den arbeid. Tegelijk met deze beweging heeft een andere, haar doorkruisende beweging plaats in de hoeveelheid levensmiddelen, waarin de prijs der arbeidskracht zich belichaamt. Al deze veranderingen brengen ook veranderingen mede in den gewijzigden vorm van den prijs der arbeidskracht, in het arbeidsloon. Zoo is het arbeidsloon in een land in voortdurende beweging en op verschillende tijden verschillend. Aan dit verschil naar tijd beantwoordt ook een verschil naar plaats. leder weet, dat de loonen in Amerika hooger zijn dan in Duitschland, in Duitschland hooger dan in Polen.
De vergelijking der loonen van verschillende volken is echter niet zeer eenvoudig. "Bij het vergelijken van nationale arbeidsloonen", zegt Marx, "zijn alle momenten, die de wisseling in de waardegrootte bepalen, in overweging te nemen: prijs en omvang der natuurlijke en historisch ontwikkelde eerste levensbehoeften, opleidingskosten van den arbeider, rol van den vrouwen- en kinderarbeid, voortbrengingsvermogen van den arbeid, zijn extensieve en intensieve grootte. Zelfs de oppervlakkigste vergelijking maakt het noodig eerst het gemiddeld dagloon voor dezelfde bedrijven in verschillende landen tot even groote arbeidsdagen te reduceeren. Na deze vereffening der dagloonen moet het tijdloon weer in stukloon overgebracht worden, daar slechts het laatste een graadmeter is zoowel voor het voortbrengingsvermogen als de intensieve grootte van den arbeid."
De volstrekte prijs van den arbeid kan bij een volk betrekkelijk zeer hoog staan en toch het betrekkelijk arbeidsloon,