Pagina:Kautsky 1900 nl Economische Theorie Marx.djvu/148

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

134

Daar begon echter het proletariaat te ontwaken en een bepaald klassebewustzijn te verkrijgen. De arbeidersbeweging begon zich tegen 1830 in Engeland zoowel als in Duitschland krachtig te vertoonen. Thans ging het niet meer om het onderzoek der economische problemen, doch om de rechtvaardiging van het kapitaal. Men leidde de "ethica" in de economie binnen; de waardige dame ging op haar ouden dag aan 't moraliseeren. Weten werd nevenzaak, "gevoel" de hoofdzaak, en met behulp van dit gevoel ontdekte men spoedig, dat de kapitalist een bewonderenswaardigen heldenmoed aan den dag legt, wanneer hij, in plaats van de meerwaarde te consumeeren, zich daarvan onthoudt en haar accumuleert. Dat aan dezen nieuwen zuilenheilige vereering en dankbaarheid van den kant der arbeiders toekwamen, sprak van zelf, doch evenzoo, dat de heilige, in weerwil van de grootste onthouding, van dankbaarheid en vereering alleen niet leven kon. En zoo werd hem dan, ter bevordering van deugd en moraal, door de economen een moreel recht op een belooning voor het accumuleeren van onbetaalden arbeid toegekend: het zoo gemeen klinkend woord "winst" werd verheerlijkt en het ontberingsloon ontstond.

 
3. De onthouding van den arbeider en
andere omstandigheden die op den om-
vang der accumulatie inwerken.
 

Hoe grooter de "ontbering" van den kapitalist, des te grooter de omvang der accumulatie. Gelukkig voor hem bestaan er echter nog andere factoren die op den omvang der accumulatie inwerken. Al wat de hoeveelheid der meerwaarde vergroot, breidt den omvang der accumulatie uit onder overigens gelijke omstandigheden. Wij kennen reeds de oorzaken die op de hoeveelheid der meerwaarde inwerken. Slechts enkele, die van het thans verkregen standpunt nieuwe gezichtspunten aanbieden, zullen hier genoemd worden. Een der belangrijkste is de onthouding van den arbeider. Het is duidelijk: hoe geringer de betaling van den arbeider, des te grooter is de meerwaardevoet, des te grooter is, als de consumptie van den kapitalist dezelfde blijft, het tot accumulatie gerakend deel der meerwaarde. Al wat de waarde der arbeidskracht doet dalen, of geschikt is om het loon onder deze waarde te laten neerdrukken, bevordert de accumulatie van het kapitaal. Vandaar de verontwaardiging van het kapitaal en zijn zaakwaarnemers over de "weelde" der arbeiders, die den "volkswelstand" ondermijnen door sigaren te rooken en bier te drinken. De legende van de champagne, waarop zich in 1872 eens een arbeider te Berlijn getracteerd zou hebben, deed door de heele kapitalistenpers de ronde als een vernietigend aan-de-kaak-stellen der arbeidersklasse.

Met bewonderenswaardige vindingskracht heeft de kapitalistenwereld een oneindig aantal inrichtingen en methoden verzonnen, die de ontbering van den arbeider bevorderen, van de Rumfordsoep tot de volksgaarkeuken en het vegetarisme. Marx haalt eenige teekenende