Pagina:Kautsky 1900 nl Economische Theorie Marx.djvu/19

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

5

veranderden de verhoudingen binnen welke individuen een leger vormen en als leger werken kunnen, veranderde ook de verhouding van verschillende legers tot elkaar.

"De maatschappelijke verhoudingen, waarin de indivuduën produceeren, de maatschappelijke productieverhoudingen, veranderen dus, veranderen met de verandering en ontwikkeling der produktiemiddelen, der productiekrachten. De productieverhoudingen in haar geheel vormen dus wat men de maatschappelijke verhoudingen, de maatschappij noemt en wel een maatschappij op bepaalden historischen ontwikkelingstrap, een maatschappij met een eigen, haar onderscheidend karakter."

Eenige voorbeelden ter illustratie van het bovenstaande. Nemen wij een of ander primitief volk, dat op een lagen trap van productie staat, dat in de jacht een belangrijken weg tot verkrijging van voedingsmiddelen vindt, zooals de Indianen. Dodge meldt in zijn boek "Over de huidige Indianen van het verre Westen" het volgende over hun wijze van jagen:

"Daar hoofd en hart slechts bij tijd en wijle te hulp geroepen worden, de eischen van de maag echter steeds aanhouden, staat de stam gewoonlijk onder de heerschappij van den "derden stand". Deze macht bestaat uit de gezamenlijke jagers van den stam, die een soort genootschap of gilde vormen, van wier beslissingen in hun eigen bizonder bereik geen appèl bestaat. Onder de Cheyennen heeten deze mannen "hondesoldaten". De jongere en meer roerige opperhoofden behooren steeds tot deze "hondesoldaten", doch voeren niet noodzakelijk het bevel over hen. De "soldaten" zelven beschikken door mondeling besluit over algemeene aangelegenheden, wier bizonderheden dan overgelaten blijven aan de onder hen uitgekozen, meest beroemde en scherpzinnige jagers. Onder deze "hondesoldaten" bevinden zich veel jongeren, die de inwijdingsproef als krijgsman nog niet doorstaan hebben. In één woord, dit jagersgenootschap omvat de gansche arbeidskracht der bende en is die macht, welke de vrouwen en kinderen beschermt en van voedsel voorziet.

"Ieder jaar vinden de groote herfstjachten plaats, om zooveel wild te vellen als mogelijk is en een belangrijken vleesch-voorraad voor den winter op te doen en te drogen. Thans zijn de "hondesoldaten" de meesters van het oogenblik, en wee den ongelukkige, die ook maar het meest onbeduidende hunner willekeurige of democratische voorschriften ongehoorzaam gering te schatten waagt! Als alles gereed is, trekken de beste jagers des morgens lang vóór het aanbreken van den dag uit. Wordt meer dan één kudde buffels ontdekt, dan wordt die kudde tot de slachting uitverkoren, wier plaatsing zoo is, dat de voorbereidende maatregelen en bewegingen tot de omsingeling en het geschreeuw en het schieten bij het oprijden, het minst in staat is de overige kudden te verontrusten..... Gedurende dezen ganschen tijd houdt het gezamenlijk mannelijk deel der bende, dat in staat is bij de ophanden slachting der buffels mede te werken, zich te paard op een hoop in een naburigen hollen weg, buiten den gezichtskring der buffels, zwijgend en van opgewondenheid sidderend, gereed. Is de kudde in een voor de jacht gunstige positie, dan tellen de leidende jagers hun lieden af en zenden hen onder tijdelijke aanvoerders naar te voren aangewezen