Pagina:Kautsky 1900 nl Economische Theorie Marx.djvu/20

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

6

plaatsen. Als de leidende jager dan ziet, dat ieder man op de juiste plek en alles gereed is, tracht hij met een afdeeling ruiters de kudde om te rijden en de open zijde af te sluiten, geeft dan een teeken en nu stormt de gansche schaar met een gillend geschreeuw, dat bijkans de dooden zou kunnen wekken, vooruit en dringt dicht op het wild in. Binnen weinige minuten is de slachting in vollen gang; eenige weinige mogen al het cordon doorbroken hebben en ontkomen zijn, deze worden niet vervolgd, als andere kudden in de nabijheid zijn.

"Toen nog pijl en boog alleen gebruikt werden, kende ieder krijgsman zijn pijlen en had geen moeite om de door hem gedoode buffels stellig te herkennen. Deze waren geheel zijn persoonlijk eigendom, uitgezonderd het deel ervan dat hij als belasting had af te geven ten behoeve der weduwen of der gezinnen, die geen krijgsman tot verzorger voor zich hadden. Werden pijlen van verschillende mannen in denzelfden dooden buffel gevonden, dan werd omtrent de eigendomsaanspraken al naar den bizonderen toestand beslist. Als elks pijl een doodelijke wonde veroorzaakte, werd de buffel gedeeld, of niet zelden ook aan de eene of andere weduwe toegewezen. De opperste jager besliste in alle dergelijke vragen; doch tegen zijn beslissing kon men in hooger beroep komen bij het algemeene oordeel der "hondesoldaten". Sedert echter het algemeen gebruik van vuurwapens het onmogelijk gemaakt heeft te zeggen wie van elken buffel de dooder was, zijn de Indianen in hun opvattingen communistischer geworden[1] en de gezamenlijke hoeveelheid vleesch en huiden wordt naar een of anderen maatstaf van gelijke evenredige verdeeling, naar hun eigen vinding, verdeeld." (Blz. 206–211.)

Wij zien dat bij dit jagersvolk maatschappelijk geproduceerd wordt; verschillende soorten van arbeid werken samen om een gezamelijk resultaat te bereiken.

Wij vinden hier reeds een begin van de arbeidsverdeeling en van het stelselmatig samenwerken (de coöperatie[2]). Al naar de verschillende bekwaamheden verrichten de jagers verschillenden arbeid, doch naar een gemeenschappelijk plan. Het resultaat van het samenwerken der verschillende soorten van arbeid, van den "ruil der werkzaamheden," zooals Marx zich in "Loonarbeid en kapitaal" uitdrukt, de jachtbuit, wordt niet verruild, doch verdeeld.

Slechts terloops zij er op gewezen, hoe de verandering in de productiemiddelen—de vervanging van pijl en boog door het schietgeweer—een verandering der verdeelingsmethode ten gevolge heeft.

Beschouwen wij nu een andere, hoogere soort van maatschappelijke productiewijze, bijv. de op den akkerbouw berustende indische dorpsgemeente. Van het primitief communisme, dat in deze heerschte, worden in Indië nog slechts eenige spaarzame overblijfselen


  1. Juister zou het zijn te zeggen: zij zijn in hun opvattingen weder communistisch geworden. Oorspronkelijk was het huisbestier der Indianen communistisch, dus ook de verdeeling van de opbrengst der jacht communistisch.
  2. "De vorm van den arbeid van velen, die in hetzelfde productieproces of in verschillende, doch met elkaar samenhangende productieprocessen, stelselmatig naast en met elkander arbeiden, heet coöperatie" (Blz. 323). Tien bladzijden verder zegt Marx in een noot: "Linguet heeft in zijn "Théorie des lois civiles" wellicht geen ongelijk, als hij de jacht den eersten vorm der coöperatie noemt."