82
verdeeld, die in sommige fabrieken van deze soort door evenveel handen verricht worden". (Wealth of nations, ch. 1).
Elke draad gaat achtereenvolgens door de handen der verschillende deelarbeiders; maar deze arbeiders zijn ook allen tegelijkertijd werkzaam. In een speldenmanufactuur worden tegelijkertijd draden getrokken, gestrekt, gesneden, gepunt enz., kortom de verschillende bewerkingen die de arbeider van het handwerk na elkaar verrichten moet, worden in de manufactuur gelijktijdig naast elkaar verricht. Daardoor wordt het mogelijk in dezelfde tijdsruimte meer waren te leveren. Vergeleken bij het handwerk wordt in de manufactuur ook voortbrengingskracht gewonnen, een gewin dat uit haar karakter van samenwerking voortkomt. Maar er kleeft nog een onvolkomenheid aan de manufactuur: of zij tot de eerste soort behoort die wij met de klokkenmakerij toegelicht, of tot de tweede waarvoor wij een voorbeeld in de speldenfabricatie gevonden hebben, steeds heeft het product of deszelfs bestanddeelen een transport uit de eene hand in de andere door te maken, wat tijd en arbeid in beslag neemt. Deze onvolkomenheid wordt pas overwonnen in de groote industrie.
Bij dit transport uit de eene hand in de andere levert de eene arbeider aan den ander zijn ruw materiaal; de eene arbeider geeft dus werk aan den ander. Zoo kan bijv. de arbeider die de koppen op de spelden te zetten heeft, dit niet doen, als hem niet passend toebereide draadstukken in genoegzaam aantal geleverd worden. Wil dus de gezamenlijke arbeid onafgebroken voortgang hebben en nergens hokken, dan moet de noodzakelijke arbeidstijd tot vervaardiging van zeker product voor elken afzonderlijken deelarbeid vastgesteld en de hoeveelheden van in elk onderdeel werkzame arbeiders in overeenkomstige verhouding tot elkaar gebracht worden. Als bijv. de draadsnijder gemiddeld in een uur 1000 spelden snijden kan, terwijl de arbeider die de koppen op te zetten heeft, in gelijken tijd slechts met 200 spelden klaar komt, dan moeten er, om tien koppenzetters voldoende werk te kunnen geven, twee draadsnijders werkzaam zijn. Anderzijds echter moet de kapitalist, die één draadsnijder te werk stelt, ook vijf koppenzetters aanwenden, als hij de arbeidskracht van den eerste volkomen benuttigen wil. Als hij zijn onderneming wil uitbreiden, is het aantal arbeiders dat hij meer in het werk moet nemen, indien hij hun arbeidskracht zooveel mogelijk wil benuttigen, ook niet willekeurig. Om bij ons voorbeeld te blijven: als hij één draadsnijder meer in het werk neemt, zal dat slechts dan van overeenkomstig voordeel voor hem zijn, wanneer hij vijf, en niet wanneer hij bijv. drie of vier koppenzetters meer aanwendt.
De vervaardiging van een waar in den daartoe maatschappelijk noodzakelijken arbeidstijd is, gelijk wij weten, een algemeene eisch der warenproductie; deze eisch wordt doorgezet door de concurrentie. Met de ontwikkeling der kapitalistische manufactuur wordt echter de vervaardiging eener bepaalde productenhoeveelheid in den maatschappelijk noodzakelijken arbeidstijd ook tot een technische noodzaak. Wanneer de handwerker sneller of langzamer arbeidt dan maatschappelijk noodzakelijk is, dan beïnvloedt dit zijn verdienste uit zijn arbeid, maar het maakt den arbeid niet onmogelijk. In de kapitalistische